Paragrafen

Paragraaf Financiering

3.4.3 Rente

Renteontwikkelingen/-visie
Om onderbouwde financieringsbeslissingen te kunnen nemen, is het belangrijk om een inschatting te maken van toekomstige renteontwikkelingen. De ontwikkeling van de korte rente is vooral afhankelijk van de inflatie. De hoogte van de lange rente wordt vooral bepaald door de economische groei.

De ECB beïnvloedt de inflatie door middel van haar beleidsrente. Deze rente krijgen banken vergoed als ze geld bij de ECB aanhouden. De beleidsrente van de ECB lag op 1 januari 2024 op 3,88%, maar is in reactie op de hard gedaalde inflatie verlaagd naar 2,92% op 31 december 2024. Per 6 maart 2025 heeft de ECB de beleidsrente met 0,25% verlaagd naar 2,42%. Een aanpassing van de beleidsrente werkt door in de rest van de economie. Een lagere beleidsrente maakt het meer aantrekkelijk voor banken om geld uit te lenen en de banken kunnen tegen een lagere rentevergoeding hun leningen weer uitzetten bij bedrijven en particulieren.
We verwachten op basis van ECB-voorspellingen dat de inflatie in 2025 verder afneemt naar 2,1% en dat deze licht afneemt in 2026 naar 1,9%. Daarmee ligt de verwachte inflatie voor 2025 en 2026 nagenoeg in lijn met de inflatiedoelstelling van de ECB van 2%. Maar de ECB waarschuwt dat de inflatie hoger kan uitvallen als lonen of winsten sterker stijgen dan verwacht. Daarnaast stelt de ECB: "Grotere wrijving in de wereldhandel zou de inflatievooruitzichten voor het eurogebied onzekerder maken." Kortom: de ECB heeft de rente begin 2025 verder verlaagd, maar blijft voorzichtig over de toekomst.

Rente toerekening en renteresultaat
In de tabel hieronder wordt het renteresultaat bepaald op taakveld 0.5 Treasury. Eerst wordt het saldo van rentelasten en rentebaten bepaald. Vervolgens wordt de specifieke rentetoerekening daarop in mindering gebracht. Het deel dat over blijft wordt via de omslag-rente toegerekend aan de diverse taakvelden. De rente die niet aan de taakvelden wordt toegerekend staat als renteresultaat op het taakveld 0.5 Treasury.

In de tabel wordt de werkelijkheid 2024 afgezet tegen de berekening zoals die is opgesteld bij de primaire begroting 2024.

Rente toerekening

Werkelijk 2023

Begroting 2024

Werkelijk 2024

Externe rentelasten

2.594

2.498

2.283

Externe rentebaten

-2.102

-283

-2.483

Saldo rentelasten en rentebaten

492

2.215

-200

Toerekening aan grondexploitaties

-577

-352

-502

Toerekening aan projectfinanciering

-492

-576

-689

Toerekening rente over eigen vermogen

0

0

0

Toerekening rente over voorzieningen

0

0

-

Aan taakvelden toe te rekenen rente

-577

1.287

-1.391

Toegerekende rente volgens begrote renteomslag

-36

2.416

-37

Correctie rente-omslag

-647

0

-1.958

Bedragen x 1.000 euro

Het saldo van de rentelasten en rentebaten bedraagt op rekeningbasis een voordeel van 200.000 euro. Het verschil ten opzichte van de primaire begroting 2024 wordt verklaard door een lagere liquiditeitsbehoefte van de gemeente. De afgelopen jaren zijn de jaarresultaten positief geweest. Hierdoor beschikt de gemeente op dit moment over ruime liquide middelen en behoefde er geen kasgeld aangetrokken te worden. Overtollige liquide middelen zetten wij waar mogelijk uit bij mede-overheden. Hierover ontvangen wij een rentevergoeding. Ten opzichte van de begroting is op uitgezette geldleningen < 1 jaar een voordelig resultaat van 2,10 miljoen euro gerealiseerd.

In de primaire begroting 2024 werd het renteresultaat op het taakveld Treasury geraamd op 1,13 miljoen euro. Daarbij werd, rekening houdend met de bepalingen uit het BBV, met de volgende rentepercentages gerekend :

Rente ten behoeve van de grondexploitaties   1,30%.
Rente over de voorzieningen         2,00%.
Omslagrente               1,00%.

Op rekeningbasis is het percentage voor de rentetoerekening aan taakvelden neerwaarts bijgesteld van 1,00% naar 0%.

Deze pagina is gebouwd op 07/04/2025 11:02:00 met de export van 07/04/2025 10:55:21